Wat zag ik er tegenop, een fietstocht met de racefiets van 65 kilometer. Op Moederdag fietsten we 50 kilometer, maar daar zat een lunchpauze tussen. En natuurlijk, ook bij deze tocht een pauze en genoeg mogelijkheden om even te stoppen tussendoor. Maar het getal 65 bleef door mijn hoofd gaan.
De route kwam binnen en bleek zelfs 67,5 kilometer te zijn. Daarbij nog het besef dat we naar het Trappistenklooster zouden fietsen en weer terug naar huis moesten. Mijn hoofd bleef maar optellen en zat inmiddels boven de 80.
Inmiddels zaten er wel nieuwe klikpedalen op mijn fiets. Na het vallen was ik nog onzekerder geworden met het uitklikken en ging het voor mijn gevoel nog steeds te moeilijk. Maar met een proefritje vrijdagavond bleken de nieuwe pedalen een goede beslissing. Veel gemakkelijker met uitklikken, het vertrouwen groeide een beetje.

Zondagochtend verzamelenden we met een groep andere wielrenners, met koffie en een worstenbroodje om vervolgens richting het Trappistenklooster te gaan. Een kort ritje, met een gezellig praatje onderweg. We meldden ons aan en we waren klaar om te vertrekken. We sloten aan bij een groepje van 3, maar gaandeweg reden we vooral met z’n drietjes. Onze oudste heeft sinds kort een racefiets en fietste ook voor de eerste keer zo’n lange afstand. Erg leuk om dat zo samen te doen.
Gelukkig waaide het niet zo hard als de dagen ervoor. En het was een mooie route, naar plekken waar ik nog nooit eerder was geweest. Ik kan weer 2 gemeenten bijschrijven bij mijn Wielervrienden-overzicht. Maar het was vooral heel leuk om te doen. Zo met z’n drieën op pad, een fijn tempo fietsten, wat kletsen onderweg, genieten van de omgeving. Genieten van de heerlijke spekkoek bij de pauzeplek.
En de kilometers, die vielen erg mee. Het zal misschien nog wat spierpijn opleveren, maar ik bovenal trots dat we dit hebben gedaan. En er ook nog van hebben genoten.
Dat heb je toch maar mooi weer gedaan! Leuk he, om in je eigen omgeving op plekke te komen waar je nog nooit bent geweest…
Geen foto’s van jou op de fiets?